Veel belangstelling voor 4 mei herdenkingen
Op 4 mei vonden in onze drie kernen weer mooie, plechtige herdenkingen plaats. Namens het gemeentebestuur, nabestaanden en diverse verenigingen en organisaties vond een bloemlegging plaats bij de verschillende oorlogsmonumenten. Het weer was prachtig en de belangstelling was weer groot.
Voordat de bloemlegging plaatsvond werd een toespraak gehouden door burgemeester Pieter van de Stadt (in Bergschenhoek), wethouder Leon Hoek (in Berkel en Rodenrijs) en wethouder Simon Fortuyn (in Bleiswijk). Een mooie aanvulling hierop waren de gedichten die werden voorgedragen door basisschoolleerlingen.
In Bleiswijk is de ceremonie gefilmd door RTV Lansingerland. U kunt dit terugkijken op hun website. Ook de voordracht van spoken word artiest Amara van der Elst tijdens deze herdenking, kunt u hier zien.
Onder de foto’s uit de drie kernen vindt u de toespraak, uitgesproken door de burgemeester en de wethouders.
Toespraak ‘Leven met oorlog’ 4 mei 2023
Geachte inwoners van Lansingerland, kinderen, ouders, opa’s en oma’s,
De vrijheid waarin we leven is niet vanzelfsprekend. Daar is voor gestreden. En veel soldaten en burgers hebben in die strijd het grootste offer gegeven: hun leven. Dankzij hen kunnen we zijn wie we wíllen zijn. We kunnen zeggen wat we willen, binnen de grenzen van de wet. Díe vrijheid, die maakt ons land. En vandaag zijn we hier samen om degenen die vielen voor die vrijheid te eren en te herdenken.
Dat vrijheid niet vanzelfsprekend is, merkten we afgelopen jaar. Rusland viel Oekraïne binnen. Een nieuwe oorlog, op een relatief kleine afstand van ons land. Een grote schok. En vooral: een enorme inbreuk op het dagelijks leven van miljoenen inwoners van Oekraïne. Onzekerheid, angst, verlies, verdriet, een verbroken toekomst. Alles waarvan je hoopt dat het iedereen altijd bespaard blijft.
Veel inwoners van Oekraïne kozen ervoor hun huis, hun familie, vrienden en bekenden, en hun land te verlaten. Ze vertrokken, bijvoorbeeld naar Nederland. Zo kwamen er ook vele vluchtelingen in onze gemeente terecht. Het is hartverwarmend om te zien hoeveel inwoners van Lansingerland zich inzetten voor de opvang van Oekraïense gezinnen. Ze bieden veiligheid en vooral rust. En natuurlijk zet ook de gemeente zich in voor een goede opvang. Want niemand mag in oorlog leven, waar dan ook ter wereld.
Maar dit verhaal geldt niet alleen voor Oekraïne. Er zijn meer plaatsen op de wereld waar vrijheid niet vanzelfsprekend is. Waar de wapens zijn getrokken tussen bijvoorbeeld bevolkingsgroepen, landen of partijen. Waar inwoners elke dag bang zijn voor de dag van morgen, en ervoor kiezen hun huis te verlaten. Dat moet een van de meest ingrijpende beslissingen zijn die een mens kan nemen.
Maar wie een strijdgebied verlaat, is de oorlog niet kwijt.
De onzekerheid en angst blijven, lang. Zo sprak ik onlangs een vluchtelinge uit Oekraïne. Een jonge vrouw. Ze heeft haar leven en haar familie achtergelaten in het oorlogsgebied, en is opgevangen in onze gemeente. Daarvoor is ze dankbaar. Maar, zo vertelde ze, haar eigen leven staat nu op pauzestand. Ze wil heel graag verder. Een eigen plek helpt daarbij. Zo’n plek bieden we binnenkort met de langdurige opvang aan de Sporthoeklaan.
Ze wil bijdragen aan de samenleving, als Oekraïense onderdeel zijn van onze gemeenschap , plannen maken voor de toekomst. In welk land die toekomst ook ligt. Zij leeft met de oorlog en maakt er het beste van.
Tegelijk leeft ze dagelijks in angst voor het leven van haar moeder in Oekraïne. Die heeft overigens haar eigen manier gevonden om met de oorlog om te gaan. Haar moeder schrikt bij wijze van spreken niet eens meer als in de omgeving een bom ontploft.
Deze jonge dame is het strijdgebied in Oekraïne ontvlucht. Maar ze zal die ervaring nooit kwijtraken. Iedereen die een oorlog heeft meegemaakt, beleeft die bijna dagelijks, telkens weer. Sommigen willen erover praten, sommigen willen erover zwijgen. Maar voor iedereen die een oorlog meemaakte is die nog levensecht.
Inwoners van Lansingerland die de Tweede Wereldoorlog meemaakten, herinneren die zich nog levendig. Want ook hier, in onze gemeente, werd gestreden en ernstig geleden. Dan denk ik onder meer aan de executie aan de Bergweg-Zuid in Bergschenhoek, in de winter van 1945. Tien willekeurig gekozen jonge mannen werden door de bezetters vermoord als vergelding voor de dood van een soldaat.
Dan denk ik ook aan de ‘inundatie’. De bezetters lieten de polders in onder meer Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk onderlopen, zodat het voor de geallieerden onmogelijk was om parachutisten te droppen, maar waardoor landbouwgrond ook niet meer bruikbaar was.
Dan denk ik aan de geallieerde vliegtuigen die neerstortten, bijvoorbeeld in de Overbuurtsepolder in Bleiswijk. En dan denk ik aan het verzet en de onderduikers in de drie kernen. Strijd, angst en hoop gingen vaak hand in hand.
Maar niet alleen leeft de oorlog voort in zij die het hebben meegemaakt, maar ook in hun kinderen en kleinkinderen. Journalist en filmmaker Natascha van Weezel beschrijft dat treffend in haar essay over het thema van de dodenherdenking dit jaar: Leven met oorlog. Ze schrijft hoe de oorlog van haar opa en oma effect hadden op haar eigen leven. ‘Hoe kon ik getraumatiseerd zijn?’, vraagt Natascha zich af. ‘Ik had toch zelf niets meegemaakt?’
Uit de tekst van Natascha van Weezel – te vinden op de website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei – is te lezen hoe de oorlog haar dagelijks leven anno nu beïnvloedt. Hoe ze worstelde met zichzelf, hoe ze wilde verdwijnen. Hoe ze als derde generatie de familiegeschiedenis meedraagt.
Haar aanbeveling: praat over het verleden, over de familiegeschiedenis. Dus: stel vragen, en zoek naar antwoorden. Vertel je verhaal, en luister naar het verhaal van anderen.
Want we geloven vaak pas iets als we het zien, maar het zijn verhalen die ons leven bepalen en vormgeven.
Praten over de oorlog is geen makkelijke opgave. Bijvoorbeeld omdat je anderen niet willen vermoeien, of er zelf niet over kán praten. En daarom is een herdenking als die van vanavond zo belangrijk. We zijn twee minuten stil, om daarna samen het gesprek aan te gaan en naar elkaar te luisteren. We zijn twee minuten stil, om ons respect te betuigen aan iedereen die het leven liet voor óns, voor onze vrijheid. En we zijn twee minuten stil, om naar onszelf te luisteren.
Daarom is het zo belangrijk dat we elkaar elk jaar weer hier treffen, om te denken aan de gruwelijkheden in de oorlogen op ons eigen grondgebied, in andere landen en overzeese gebieden.
Om er samen stil van te zijn,en daarna er samen over te praten.
Zodat we in verhalen en vrijheid verder leven.