Vooruitblik

In deze editie van de VOORUITBLIK vertellen we het verhaal van Thermeleon. We gingen in gesprek met Jildou de Jong.

Innovator Thermeleon zoekt productielocatie in Lansingerland

Thermeleon zoekt ruimte in Lansingerland. Met de Thermeleon Warmtebatterij kunnen glastuinbouwbedrijven 15 tot 30 procent aardgas besparen. Dat nieuws leidt nu tot een sterk toenemende vraag. En dus heeft het jonge bedrijf een grotere productielocatie nodig.

In oktober was Thermeleon 1 van de 4 winnaars van de pitch voor de Kas van de Toekomst. Dit fieldlab gaat vanaf 2027 laten zien hoe innovaties de tuinbouw verregaand verduurzamen. Dat de Warmtebatterij van Thermeleon werkt, blijkt al uit een praktijktest voor DivisionQ, de innovatietak van Koppert Cress. Het cressenbedrijf toetste afgelopen jaar de Warmtebatterij succesvol in een kas van 1 hectare.

Kas als warmtegenerator

 “Wij zien kassen meer als een warmtegenerator dan als een energieverbruiker”, zegt Jildou de Jong, een van de initiatiefnemers van Thermeleon.

De Thermeleon Warmtebatterij koelt en verwarmt kassen zonder dat daarvoor extra energie nodig is. “Het materiaal in ons product verandert van fase. Het smelt bij warmte en stolt als het afkoelt. Dat betekent dat het overdag warmte opneemt, als het vaak te heet is in een kas. Op koude momenten geeft het die warmte weer af. Daardoor hoeven de ramen minder open, blijft CO2 in de kas en wordt het teeltklimaat in de kas gelijkmatiger; het gewas ervaart minder hitte- en koudestress. En het belangrijkste: telers besparen dus tot bijna een derde op hun energieverbruik. Zeker met de CO2-heffing en hogere belastingtarief voor aardgas en elektriciteitsverkoop voor de tuinbouw in 2025 wordt het met de warmtebatterij gemakkelijker om rendabel te telen”, legt Jildou uit. Het materiaal zelf is ook duurzaam. Het gaat langer mee dan een kas en kan opnieuw gebruikt worden.

Telers bellen

Als student Technische Natuurkunde aan TU Delft kende Jildou de glastuinbouw alleen van de bloemveiling in Aalsmeer. In 2015 voerde ze een adviesopdracht uit voor een bedrijf dat klimaatcomputers ontwikkelt voor kassen. Tijdens die opdracht ontdekte ze hoe hightech de sector is en raakte ze geïnspireerd door het concept van een volledig energieneutrale kas in de woestijn. De glastuinbouw in Nederland heeft de ambitie om in 2040 energieneutraal te zijn, maar gebruikt voor 85 procent van het energieverbruik nog aardgas. En dat terwijl een kas onder het glazen dek enorm veel warmte genereert. Daar is dus een grote potentie voor het opslagmateriaal.

Jildou: “Met ons team zijn we een paar jaar terug begonnen met telers bellen die innovatief leken. Dat leverde enthousiaste reacties op. De sector is heel open.” Inmiddels is de band met de voorhoede van de glastuinbouw hecht, is Jildou volledig ingevoerd in de tuinbouwsector en is de Thermeleon Warmtebatterij rijp voor de markt. “Er zijn veel aanvragen van telers, ook internationaal.”

Lansingerland ideaal

“Onze productiecapaciteit is erg belangrijk. Voor de marktintroductie hebben we meer productieruimte nodig. Geen grote loods, een tussenmaatje. Een buitenruimte van zo’n 100 vierkante meter en een binnenruimte van circa 300 vierkante meter en 6 meter hoog zou perfect zijn. Iets wat in de buurt komt mag ook en het kan een opknaplocatie zijn. De huur mag niet de spuigaten uitlopen.”

De startup werkt verder vanuit de Van Nellefabriek in Rotterdam. “Die plek past bij ons innovatieve karakter en werkt goed om de mensen aan te trekken die we nodig hebben. Qua productielocatie is Lansingerland ideaal. Niet te ver van de Van Nellefabriek, bereikbaar met openbaar vervoer en vol kassen en onderzoeklocaties. Delphy zit er, een vestiging van de WUR, TU Delft is vlakbij. Het zou erg helpen als we een ondernemer treffen die het aantrekkelijk vindt om een jong, duurzaam bedrijf te huisvesten.”

Heeft u ruimte beschikbaar of wilt u meer weten stuur dan een mail naar ondernemers@lansingerland.nl.

Elektrificatie van auto’s gaat gewoon door

Steeds meer gemeenten geven aan in hun centrum een zero-emissie zone te gaan instellen voor stadslogistiek. Dat wil zeggen dat vracht- en bestelwagens die deze zone in willen, elektrisch moeten rijden op batterijen of op waterstof. De 1e zero-emissiestadslogistiek (ZES)-zones worden vanaf 1 januari 2025 ingesteld, onder meer in Delft, Den Haag, Rotterdam en Gouda. Pieter Jongenotter van De Haan Automotive uit Bleiswijk sorteerde hier al op voor: “De ervaring leert dat voorlopen eigenlijk altijd loont.”

Een van de ondernemers in Lansingerland die al is voorbereid op de ommezwaai naar elektrisch vervoer is Pieter Jongenotter. Op bedrijventerrein De Hoefslag in Bleiswijk is zijn onderneming De Haan Automotive gevestigd. Hieronder vallen een wasstraat, ABS schadeherstel en Fleetport.eu voor beheer van lease-autoparken.

“Voor een aantal ondernemingen, waaronder grote multinationals, beheren wij hun pool leasewagens. Als er een voertuig vrijkomt, bijvoorbeeld omdat een medewerker uit dienst gaat, halen wij die wagen op, inspecteren hem, repareren wat nodig is en leveren hem weer schoon en heel op voor de volgende gebruiker van deze onderneming. Dat is voordeliger dan zo’n auto steeds in en uit de lease halen”, legt Jongenotter uit.

Groen imago

“Deze grote partijen zijn al aan het overstappen op een meer elektrisch wagenpark. We zien het aantal elektrische auto’s dat bij ons binnenkomt maandelijks stijgen. Ongeveer 60% van wat we binnenkrijgen is nu elektrisch. Sommige ondernemingen zitten zelfs al op 100%,” zegt Jongenotter. “Een bedrijf als KPN, waarvan de monteurs voortdurend in de stad moeten zijn, kan zich niet permitteren het centrum niet in te kunnen. Maar je merkt ook dat dit soort bedrijven uit zichzelf de CO2-uitstoot willen verminderen. Grote, internationale bedrijven hebben een naam op te houden. Elektrisch rijden past bij een groen imago.”

Voorlopen loont

Jongenotters bedrijf sorteerde al jaren geleden voor op de opkomst van elektrische auto’s. Hij is na 15 jaar inmiddels toe aan de 3e generatie laadpalen op zijn terrein. In totaal zijn er 18 laadplekken.

In 2021 kon Jongenotter nog probleemloos een zware stroomaansluiting aanvragen voor uitbreiding van het aantal palen. Inmiddels is netcongestie in Lansingerland op sommige plekken al een knelpunt. “De ervaring leert dat voorlopen eigenlijk altijd loont.”

Zonnepanelen

Op het dak van de 4 bedrijfsgebouwen aan de Hoefslag liggen zonnepanelen. In totaal 950 stuks. “Daarmee voorzien we in de elektriciteitsvraag van onze panden, de wasstraat en voor het opladen van alle elektrische auto’s. We hebben er net weer een grote klant bij met een omvangrijk elektrisch wagenpark, maar dat is geen probleem. We hebben voorlopig genoeg capaciteit om te groeien naar meer.”

Ook bij onze andere Fleetport-vestigingen in het land proberen we zo veel mogelijk gebruik te maken van zonnestroom voor het opladen van de voertuigen. Daarbij lopen we nogal eens tegen uitdagingen aan door netcongestie of omdat het een huurpand is en de eigenaar andere doelstellingen heeft. Bij de selectie van onze locaties moeten we daar steeds meer rekening mee houden.

Faciliteiten delen

Van de laadplekken zijn er 4 openbaar. “Behalve wij benutten ook huurders en omwonenden deze laadpalen om hun auto op te laden.” Jongenotter is voorstander van dit soort faciliteiten samen te delen. Hij zou het een goed idee vinden als er een lokale infrastructuur zou zijn om de overtollige stroom op zonnige dagen bij de buren kwijt te kunnen in plaats van terug te leveren. “Dat mag nu niet.”

Elektrificatie gaat door

Veel ondernemers in Lansingerland werken in de omliggende steden en zullen vanaf 1 januari te maken krijgen met de nieuwe regels voor uitstootvrij transport in de centra. Op de Hoefslag is Jongenotter nog een uitzondering. De meeste ondernemers hebben afgewacht, om zeker te weten dat het aangekondigde beleid niet weer zou veranderen, bijvoorbeeld door een nieuw kabinet of soepelere overgangsregelingen. “Dat begrijp ik goed. Maar elektrificatie van het Nederlandse wagenpark gaat wel door. Dat is al zo ver, dat wordt niet meer teruggedraaid.” Een overzicht van alle ZES-zones in Nederland kunt u vinden op de website van Op Weg naar ZES.

BARFmenu wil internationaal groeien met diervoeding

‘Vandaag besteld, morgen in huis’. Voor diepgevroren verse diervoeding is dat logistiek een heksentoer. BARFmenu uit Berkel en Rodenrijs onderscheidt zich ermee. Achter dit bedrijf zitten de broers Devon (33) en Dean (29) Loeve. Dit ambitieuze 2-tal zit nog midden in de overname van het ouderlijk bedrijf, maar investeert ondertussen volop in verduurzaming en internationalisering.

“Ongeveer 5 procent van de honden- en kattenbezitters voert zijn dier vers vlees en dat aandeel groeit”, vertelt Devon Loeve. “BARFmenu bedient de baasjes die wel vers willen voeren, maar niet zelf de maaltijd willen bereiden.” Naast het vers segment levert BARFmenu sinds 3 jaar ook koudgeperste droge brokken voor honden, om een groter deel van de markt te benutten. Conserveren gebeurt door druk. Daardoor blijft de voedingswaarde behouden en zijn geen conserveringsmiddelen nodig. Het bedrijf laat de brokken en verse maaltijden volgens eigen receptuur produceren bij een diervoederfabrikant. 

Kots

BARF staat voor Bones and Raw Food. “Ook internationaal is dat een bekende term onder dierenliefhebbers. Natuurlijk is het grappig, omdat barf ook kots betekent. Het is bewust in de bedrijfsnaam verwerkt, juist omdat dit opvalt”, vertelt Dean.

De hype voorbij

De producten gaan rechtstreeks naar consumenten, maar vinden ook hun weg via dierenwinkels en grote winkelketens als Welkoop, Pets Place en Intratuin. “BARF is de hype voorbij”, zegt Devon. “Grote ketens zien verse diervoeding inmiddels als een kans om consumenten vaker in de winkel te krijgen. Ze zijn volop aan het investeren in diepvriesruimte.”

Duurzame diepvries en dozen

In Berkel en Rodenrijs, waar hun vader en stiefmoeder het bedrijf in 2003 startten, investeerden de 2 broers afgelopen jaar in een grotere en vooral energiezuinigere vriescel. En in 155 zonnepanelen, waarmee ze voorzien in alle stroom die het bedrijf nodig heeft. “We draaien 0 op de meter”, zegt Dean trots.

Het zijn maar een paar voorbeelden hoe de 2 werken aan duurzamer en tegelijk efficiënter ondernemen. Met hun nieuwe bestelbus, die voldoet aan de Euro 6-norm, kunnen ze in elke milieuzone leveren. Hun nieuwe dozen met gaten kunnen zonder ompakken de vriescel in. Scheelt energie, materiaal én arbeid.

Flexibel bij groei

Het logistieke proces is voor een groot deel ondergebracht bij Leen Menken in Zoetermeer. “Bij onszelf in Berkel en Rodenrijs hebben wij een opslagcapaciteit van circa 70 pallet-plaatsen. Menken heeft voor ons nog 100 pallet-plaatsen beschikbaar indien nodig. Daardoor zijn we flexibel in onze capaciteit, ook nu het bedrijf groeit. Door de nauwe samenwerking kunnen wij dagelijks onze klanten voorzien van BARFmenu. Wie op werkdagen voor 15.00 uur bestelt, heeft het de volgende dag diepgevroren in huis”, vertelt Dean.

Groei buiten Nederland

Voor verdere groei mikken de broers ook op het buitenland. Devon: “Op veel plekken in Europa zien we de trend dat huisdieren meer huisgenoten worden en dat baasjes meer nadenken over wat ze hun dier voeren. Ook in landen als Spanje, waar honden 15 jaar geleden nog vooral op straat leefden. In die landen is nog relatief weinig kwaliteitsvoer. Ons voer is 100% vlees.”

Snel én diepvries is een ingewikkelde en dure vorm van logistiek. Daarom hebben de broers ervoor gekozen buiten Nederland te starten met koudgeperste brokken.

Website in 7 talen

Rond augustus gaat een nieuwe, internationale website live, in Nederlands, Engels, Duits, Frans, Spaans, Portugees en Italiaans. “Belangrijk is dat we goede partners hebben gevonden voor het logistieke systeem erachter en voor het benutten van data. Het bestelsysteem is gekoppeld aan een logistiek systeem met 200 vervoerders in verschillende Europese landen. Als een Duitse klant bestelt, zoekt het systeem een Duitse distributeur in de buurt van die klant. We zijn nog op zoek naar voorraadhubs in verschillende landen, waar distributeurs het product kunnen ophalen”, zegt Devon.

Internationaal zoekgedrag

BARFmenu laat online zoekgedrag nauwkeurig analyseren. “Als iemand in Italië of Frankrijk zoekt op de BARF-voedingsmethode, komt ons bedrijf bovendrijven. Omdat we juist nu flink hebben geïnvesteerd in die zoekmachineoptimalisatie blijven we ook bovenaan de ranking nu zoekmachines als Google hun algoritmes anders inrichten. Dat geeft ons een voorsprong.”

Overname

Beide broers hebben een commerciële IT-achtergrond. Ze vonden het zonde om het bedrijf  verkocht te zien worden, toen hun vader aangaf het rustiger aan te willen doen. “Wij zagen de potentie”, zegt Dean. Om te kijken of de sector en werken met familie bij hen paste, liepen ze in 2021 een paar weken stage. Het paste. Per 2025 is de overname definitief.

Voorlopig kunnen ze de groei aan vanuit de Berkelse locatie. “Maar er staan hier nu dagelijks vrachtwagens voor de deur in plaats van wekelijks. We kijken wel rond naar een ruimere plek. Bij voorkeur in Berkel Rodenrijs, daar zijn we thuis.”

Slimme oplossingen voor slijtvaste beweging van indrukwekkende toepassingen

In deze editie van de VOORUITBLIK vertellen we het verhaal van DRIE-D Mechanical Motion, leverancier van in-house geëngineerde lagerproducten. We gingen in gesprek met Erik Dorst en Marcel Smits.

Innovatie en maatwerk bij DRIE-D: van composiet tot complexe constructies

DRIE-D, gevestigd in Berkel en actief vanuit hun faciliteiten op bedrijvenpark Oudeland, is ervaren in het ontwerpen en produceren van hoogwaardige composiet lagers en remvoeringen voor grote, zware industriële toepassingen. Ruim 25 jaar geleden opgericht in Rotterdam Noord-West door Henk van den Boogaard en Erik Dorst. Inmiddels is het bedrijf uitgebreid en verhuisd naar de ruimere locatie op Oudeland. De keuze voor Oudeland bleek ideaal, gezien de sterke lokale banden met klanten en personeel.

Composiet: de kern van innovatie

Composietmaterialen, bekend om hun hoge belastbaarheid en slijtagebestendigheid, vormen de basis voor de producten van DRIE-D. Deze materialen bieden unieke mogelijkheden, in een tijd waarin nog veel gebruik werd gemaakt van brons, zag DRIE-D kansen om lageringen te vervaardigen van composiet. Het gebruik in lagertoepassingen was nog een redelijk onontgonnen gebied. Reden te meer voor DRIE-D om zich hierin vast te bijten en zich door ervaringen te ontwikkelen als expert op dit gebied.  DRIE-D blinkt uit in het oplossen van ingewikkelde technische vraagstukken. Daarom worden de engineers van DRIE-D vaak al in een vroeg stadium bij projecten betrokken.

Betrokkenheid en expertise

“We gaan een project alleen aan als we er volledig achter staan,” benadrukt Erik Dorst. Deze mentaliteit heeft geleid tot deelname aan enkele van de grootste industriële projecten ter wereld. De interactie met projectpartners start vaak al in een vroeg stadium, waarbij intensief wordt gerekend en getest om de juiste ontwerpen en materialen te bepalen.

De banden met klanten, in de bagger, offshore en civiele techniek, zijn vaak al een kwarteeuw oud. Wat heeft geresulteerd in een indrukwekkende lijst van projecten, waaronder de renovatie van de Afsluitdijk, het grootste reuzenrad ter wereld in Dubai en het grootste werkschip ter wereld. Dankzij het unieke D-glide® composiet materiaal kunnen complexe mechanismen onderhoudsvrij bewegen. Wat essentieel is bij de zware belastingen waarmee hun componenten te maken krijgen.

Bijzondere toepassingen en projecten

DRIE-D is bijzonder trots op de samenwerking met toonaangevende bedrijven in de bagger, offshore en civiele techniek, waarbij zij bijdragen aan enkele van de grootste en meest veeleisende maritieme en constructieprojecten wereldwijd. Hun expertise in het ontwikkelen van componenten die extreme belastingen kunnen weerstaan, benadrukt de uitzonderlijke kwaliteit en betrouwbaarheid van hun producten. Door deel te nemen aan deze ambitieuze projecten, bevestigt DRIE-D zijn status als een cruciale partner in de wereld van geavanceerde engineering en constructie.

Techniek in de racewereld

DRIE-D heeft ook zijn technologieën toegepast in de Formule 1, waar ze een skidplank voor het McLaren team ontwikkelden, gebruikt door coureurs zoals Coulthard en Hakkinen. Hoewel McLaren de techniek uiteindelijk intern verder ontwikkelde, markeerde deze samenwerking een opmerkelijk uitstapje buiten hun gebruikelijke industrieën.

Expertise en toewijding van personeel

De kracht van DRIE-D ligt in het diepgaande begrip en de ervaring van haar 30 medewerkers. Composiet vereist een specifieke benadering, verschillend van werken met traditionele materialen zoals staal. De medewerkers van DRIE-D zijn echte specialisten in hun vakgebied, die zich over de jaren heen hebben gespecialiseerd in het ontwerpen en werken met deze unieke materialen.

In augustus 2023 vierde het bedrijf zijn 25-jarig bestaan met een teamreis naar Lissabon. Een viering van hun gezamenlijke prestaties en toewijding aan innovatie en maatwerk. Bij DRIE-D ligt de focus op die aspecten van engineering die ze beter kunnen dan wie dan ook, waardoor ze zich onderscheiden in een competitieve markt.

“We willen hier alleen dat deel van het proces doen dat we beter kunnen dan anderen”.
Met deze benadering is DRIE-D een robuuste pijler in de wereld van zware engineering en composiet glij-oplossingen.

Links Suzanne Schotte en rechts Nina Hoogerbrugge

Aannemersbedrijf Schotte Hoogerbrugge: zelfde locatie, toch meer plek

Anderhalf jaar voor de fusie van hun 2 aannemersbedrijven startten Nina Hoogerbrugge en Suzanne Schotte met zoeken naar een nieuwe locatie. De druk op de ruimte is groot in deze regio en de zoektocht leverde niet op wat de 2 ondernemers zochten. En dus werd het een doorstart op de bestaande locatie in Berkel en Rodenrijs. “De grootste voordelen van deze plek? De veiligheid. En dat we in de buurt zijn gebleven voor onze mensen.”

De Sterrenweg in Berkel en Rodenrijs, waar aannemersbedrijf Schotte Hoogerbrugge is gevestigd, is een straat waar woonhuizen en bedrijvigheid van oudsher gemengd zijn. “Die functiemenging gaat hier goed. We proberen te zorgen dat de buren geen overlast ervaren van geluid of verkeer. Er zijn geen klachten. En we kunnen wat voor elkaar betekenen. Toen er een bushalte kwam, wilden de buren die liever niet voor hun raam, dus wij hebben gezegd: leg de halte maar voor ons bedrijf. Voor ons helpt de oplettendheid in de buurt tegen inbraak. Als er ’s avonds nog een raam openstaat bellen de buren ons op. Het voelt in een woonwijk veiliger dan op een industrieterrein”, vertelt Nina Hoogerbrugge.

Fietsafstand

Toch is dat waar de gedachten van Suzanne Schotte en Nina Hoogerbrugge naar uit gingen toen ze fusieplannen ontwikkelden: een locatie van zo’n 2.000 m2 op een industrieterrein, waar ze vanaf nul konden beginnen met meer ruimte en een handige indeling.

Een plek die voor alle medewerkers nieuw zou zijn. “En op fietsafstand van onze bestaande locaties in Oude Leede, Pijnacker en in Berkel en Rodenrijs. Onze mensen zijn het belangrijkst. Veel van hen komen op de fiets naar het werk. Die kun je niet naar Spaanse Polder laten reizen”, zegt Suzanne Schotte.

De 2 ondernemers bekeken een stuk of 6 locaties. Om verschillende redenen vielen ze allemaal af. Schotte: “Misschien hebben we over sommige mogelijkheden ook niets gehoord. We zochten in het geheim, om de voorgenomen fusie niet uit te laten lekken. Er is niet veel beschikbare bedrijfsruimte in deze regio. En het weinige dat vrijkomt is snel weg.”

Inbreiden

De fusiedatum, 1 januari 2023, kwam dichterbij en Schotte en Hoogerbrugge besloten te gaan voor plan B: alles samenvoegen in Berkel en Rodenrijs, waar Hoogerbrugge het bedrijf leidde dat haar vader in 1985 startte. Niet uitbreiden maar inbreiden.

Hoogerbrugge: “We hebben hier 1.364 m2. Het was aan de krappe kant voor de in totaal 35 medewerkers en we wilden liever een andere indeling. Het sanitair en de kantine moesten sowieso aangepakt worden.”

Suzanne is de 5de generatie Schotte. Haar betovergrootvader startte 160 jaar geleden zijn timmermansbedrijf in Oude Leede. Verkassen naar Berkel was dus een breuk met het verleden.

“We hebben altijd meebewogen met de markt”, stelt Schotte.

300 dozen

De verbouwing van het eigen bedrijf was de eerste gezamenlijke klus. “We hebben met zijn allen nagedacht hoe we het wilden hebben. Daardoor voelde het toch gelijkwaardig”, zegt Hoogerbrugge. “Alles is tegenwoordig digitaal, dus het archief hebben we leeggeruimd. Op 2 januari stonden we samen 300 dozen in een container te kieperen.” De archiefruimte is bij een grotere kantine, nieuwe doucheruimte en toiletblok getrokken. De opslag en werkplaats zijn efficiënter ingedeeld, waardoor alle machines een plek vonden. De 2 bouwkranen staan in een opslagruimte die in Oude Leede is aangehouden.

Niet meer maar beter

Het aannemersbedrijf doet meer dan ‘u vraagt, wij bouwen’. Hoogerbrugge: “We adviseren ook, over duurzaamheid of verhuurbaarheid bijvoorbeeld.” Met 1 bedrijf en een 2-hoofdige directie, kunnen ze de volle orderportefeuille beter beheren. Schotte richt zich vooral op bouw en verbouw voor particulieren en Hoogerbrugge op die voor bedrijven en verenigingen van eigenaren.

“Dat we geen ruimere locatie hebben gevonden is achteraf niet erg”, concluderen ze. “Schotte Hoogerbrugge is niet per se gericht op groei. We willen niet méér doen, maar het vooral beter doen.”

Wijnbar FERRO: IJzersterke Berkelse ondernemer breidt uit!

Deze maand blikken we vooruit met Letty Wuyts. Letty is de eigenaresse van de hippe wijnbar Ferro in Berkel en Rodenrijs.

“Ik ben opgegroeid in Rotterdam. Tijdens mijn studie had ik bijbaantjes in de horeca en vond dat altijd erg leuk werk. Na mijn studie Makelaardij ben ik als makelaar begonnen bij een kantoor in Rotterdam. Maar ergens bleef iets kriebelen; ik wilde graag ondernemen! Ik had altijd voor ogen om een leuke lunchzaak te starten. Aangezien ik in Rotterdam woonde keek ik in en vlakbij Rotterdam naar een geschikt pand, maar dat diende zich maar niet aan. Tot ik op een gegeven moment hoorde van de Oude (ijzer)Smederij aan de Herenstraat in Berkel en Rodenrijs. Dit pand uit 1791 stond te koop. Als snel sloeg mijn hoofd op hol en had ik grootse plannen. Ik kwam in contact met een projectontwikkelaar en die zag een mooie combinatie voor zich met horeca en appartementen. En zo gebeurde het dat ik in 2014, zonder enige ondernemerservaring, besloot een horecazaak te openen.

Het waren te veel vierkante meters voor een lunchzaak, dus na flink wat research maakt ik mijn plannen nog ambitieuzer en besloot er een wijnbar/restaurant van te maken. Middels Crowdfunding kon ik mijn droom werkelijkheid maken en zo gebeurde het dat ik in 2015 (op mijn 25e) mijn eigen zaak startte. Over de naam was ik snel uit; Ferro. Ferro betekent IJzer. Zo maakte ik een mooie link naar de oude Smederij, ooit op deze plek gevestigd was. Na twee jaar kwam ik mijn man, Sam Oosterveer, tegen. Sam werkte ook al in de Horeca. Ik verhuisde naar Berkel en Rodenrijs en we besloten samen de zaak te runnen. Het zijn bewogen jaren geweest en ook was de corona periode behoorlijk uitdagend. Maar altijd bleef ik denken aan de lange termijn en continuïteit.

Ongeveer twee jaar geleden spraken mijn man en ik uit dat we eigenlijk te veel mooie ideeën hadden, die we kwijt konden. En zo plantten we het zaadje voor een tweede zaak. Afgelopen zomer hebben we het pand van West80 over kunnen nemen. Lange tijd heeft hier Partycentrum Raadhuis gezeten: een begrip in Lansingerland. We wilden verwijzen naar de oude plek, die het ooit was: Mairie (dit betekent Raadhuis). Dankzij het vertrouwen van meerdere investeerders hebben we weer met behulp van Crowdfunding deze geweldige kans gekregen.

Mairie is een sfeervol en warm restaurant waar je heerlijk kan genieten van de Mediterraans/Europese keuken. Wat we ontzettend leuk vinden aan dit pand, is dat er ook ruimte onder het restaurant is waar vergaderingen, bijeenkomsten, feesten en partijen gehouden kunnen worden. En dat alles in een warme, sfeervolle setting. Op het moment dat dit interview gehouden wordt zijn we nog niet open, maar er zijn al verschillende reserveringen gemaakt, geweldig!

We hebben onze passie gevolgd! We kunnen de inwoners uit Lansingerland iets bieden wat er nog niet is in Berkel. Sommige mensen noemen ons naïef, anderen vinden het stoer; het geeft ons gewoon een goed gevoel om te doen waar je blij van wordt!

Houtkringloop de Houtbank: uit goed resthout gesneden!

Aan de A.H. Verweijweg 17 in Berkel en Rodenrijs staat een kleine hal van glas van een voormalig glastuinbouwbedrijf. Hier is de Houtbank van Bas van der Ham gevestigd. Verwelkomd met koffie en de geur van gezaagd hout vertelt oprichter Bas ons over zijn bedrijf.

De Houtbank is een houtkringloop

 “Wij zamelen lokaal tweedehands hout in. Dit hout komt van aannemers, particulieren en meubelmakers, die dat over hebben en anders weggooien. Zo voorkomen we dat het in de shredder belandt en er spaanplaat van wordt gemaakt, wat toch eigenlijk een laagwaardiger product is. We verwerken massief hout en bieden op deze manier mooie zelfgemaakte producten van gebruikt hout zoals meubels en gebruiksproducten.”

Bas haalt zijn hout bij partners zoals Batenburg, Karwei en Steigerhoutenmeubelen.nl. “In januari 2022 ben ik bedrijven gaan bellen en langs gegaan en heb gewoon gevraagd; ”Heb je veel resthout? Mag ik dat dan ophalen? Gratis of goedkoop.” Dat ging makkelijk, er is zat. Veel bedrijven dragen graag hun steentje bij aan circulariteit en moeten er anders stortingskosten voor betalen.“

Workshops en projecten voor bedrijven, particulieren en scholen

Naast afnemer van resthout en aanbieder van houtproducten organiseert hij ook leuke workshops, samen met een team van vrijwilligers. “Bedrijven en particulieren kunnen hier op een leuke manier leren met hun handen te werken. ”Afgelopen maand organiseerden we een workshop voor vrijwilligers van Humanitas en de komende maanden werken we samen met middelbare school Melanchthon Berkroden, die doen hier een derdejaars vak.”

Daarnaast bieden we werkplekverhuur waar mensen hun eigen project kunnen uitwerken. Dit omdat ze er thuis bijvoorbeeld geen plek of machines voor hebben of ze een beetje hulp kunnen gebruiken. “Ik zie mezelf niet als innovatief.” zegt Bas bescheiden. “Omdat ik hergebruik normaal vind en eigenlijk een logische schakel ben in de keten van het gebruik van grondstoffen.”

Inmiddels zijn de aandelen van workshops, werkplekverhuur en productie even groot. “Ik ben flexibel als ondernemer en stel me ook open voor nieuwe initiatieven. Werkplek verhuur is gewoon ontstaan omdat ik merkte dat er vraag naar was. Dat is nu één derde van het bedrijf.”

Waarde creëren uit resthout: denken in oplossingen

De bedrijven hebben het zo druk dat relatief grote stukken massief hout niet uitgezocht worden op optimale bruikbaarheid. Hiervoor biedt Bas oplossingen. Voor een plantenkwekerij heeft Bas bijvoorbeeld transportkisten gemaakt, het resthout hiervoor zocht hij zelf uit. “Ik zoek altijd naar welke houtproducten er nodig zijn bij ondernemers. We kunnen deze namelijk ook in kleine series vervaardigen. We werken al langer met relatief kleinere projecten maar kunnen goed opschalen. Er zijn in mijn netwerk makkelijk mensen te vinden om een rendabel product te maken. Zo hebben we onlangs een hele grote serie houten lijsten gemaakt in een korte tijd.”

De gemeente heeft een wens om hout van particulieren in te zamelen via het afvalbrengstation. We werken aan een aantrekkelijke en informatieve inzamelcontainer. Ook zou de houtbank graag reststromen van bedrijven verwerken tot producten die zij weer afnemen. Dat is waarde creëren uit reststromen. Ik sta ook open voor partnerschap om verder te groeien. “Uiteindelijk zie ik graag een verzamelplek waar we ook met andere bedrijven meerdere circulaire grondstoffen verwerken.“ Het Circulair ambachtscentrum dat in 2025 opent in Lansingerland lijkt daar mogelijkheden voor te bieden.

Samenwerken?

Ambieert u als ondernemer om circulair te ondernemen en wilt u aan de slag met resthout, denkt u aan een duurzaam bedrijfsuitje voor uw medewerkers of ziet u andere mogelijkheden voor samenwerking? De houtbank kan nog alle hulp gebruiken om te groeien. Bent u zelf handig met hout of wilt u meedenken op bedrijfskundig vlak? Op de website van Houtbank Lansingerland leest u meer en kunt u contact met Bas opnemen.

De ouders van oprichter Frans Groenewegen, Jan en Joke, begonnen hun aannemersbedrijf aan de Blaardorpstraat in Rotterdam. Tien jaar later, in 1979, verhuisden zij naar Bergschenhoek waar ze een nieuw pand bouwden aan de Leeuwenhoekweg. Zoon Frans heeft dit (samen met zijn twee broers) overgenomen Inmiddels bestaan ze al bijna 40 jaar.

Groenewegen staat bekend als aannemersbedrijf, maar is inmiddels is het uitgegroeid tot een allround bouwbedrijf. Als hoofdaannemer verzorgt Groenewegen alle facetten van nieuwbouw, restauratie, aanbouw-, verbouwprojecten en renovaties. Ook kunnen zij volledige interieurs inbouwen. Keukens, kasten, meubels, zwembad en zelfs tuinaanleg kan Groenewegen verzorgen. Het motto is: Alles onder één dak.

Het bedrijf gaat behoorlijk met z’n tijd mee. Op het gebied van duurzaamheid zijn al diverse maatregelen genomen.

Energie en leefomgeving

Frans Groenewegen: ‘Wij hebben onze fabriek zeven jaar geleden al voorzien van zonnepanelen, zodat onze fabriek bijna 100% op groene stroom functioneert. Alle verlichting hebben we vervangen door speciale LED lampen voor timmerfabrieken. Dit jaar zijn we een samenwerking aangegaan met een imker, die acht bijenvolken heeft geplaatst. Het volgen van de bijenvolken is niet alleen interessant, maar zeker een belangrijk punt in het behoud van de natuur. Voor de toekomst zijn we ons aan het oriënteren om ons wagenpark en materieel verder te verduurzamen naar elektrisch gebruik.’

Afval als grondstof

Op het gebied van afvalreductie zijn ook stappen gezet. In de gehele fabriek zijn alle werkplaatsen aangesloten op een afzuiginstallatie. Deze installatie zorgt er voor dat het zaagsel direct wordt afgevoerd naar een grote bufferopslag. Hier komen ook de grote stukken afvalhout en restproducten in terecht. Een brikkettenpers maakt van al dat afval houten briketten. Deze zijn uitermate geschikt voor de openhaard en barbecue en worden dus als zodanig verkocht. Hierdoor is de hoeveelheid houtafval en daarmee de afvoerkosten bijna gereduceerd naar nul. Het overige afval dat uit de bouw komt, wordt op het terrein gescheiden ingezameld. Denk hierbij aan puin, plastic, karton, bitumen gaat naar de afvalverwerker. Gerecycled plastic is een mooi basismateriaal om dorpels van te maken.

Digitalisering van werkprocessen

Digitaliseren van werkprocessen helpt om zo efficiënt mogelijk te kunnen produceren. Daarom heeft Groenewegen de afgelopen jaren

geïnnoveerd en geïnvesteerd in 3D ontwerpen en tekenen en het bewerken van hout materialen met gebruik van computergestuurde gestuurde machines, de zogenaamde Computer Numerical Control (CNC) machines. ‘Je ziet steeds meer dat de aannemerij meer gebruik maakt van de kennis van onze interieur afdeling, waardoor de productie meer efficiënt en kwalitatief is verbeterd’ aldus Frans.

Stem vòòr BIZ Weg en Land

Tot slot vragen we Frans nog naar het belang van de invoering van een Bedrijveninvestingszone op Weg en Land, de BIZ. Een BIZ is een afgebakend gebied waarbinnen ondernemers en/of eigenaren samen investeren in de kwaliteit van hun bedrijfsomgeving. Via het SVHW heft de gemeente, op verzoek van de BIZ, een klein bedrag op basis van de WOZ waarde. Die in de vorm van een subsidie terugvloeit naar de gebruikers-eigenaren. Van dit geld kan dan bijvoorbeeld gezamenlijk beveiliging en glasvezel worden betaald. Iedereen betaalt mee, er zijn geen meelifters (ondernemers die niet meebetalen maar wel meeprofiteren).  En omdat iedereen meebetaalt, is het belangrijk om van te voren een stemming te houden over de invoering. Deze stemming vindt in november plaats. Frans is voorstander en hoopt dat de BIZ er komt. Want de huidige organisatie “Stichting Parkmanagement” stopt hoe dan ook. En als de stichting stopt, dan stopt ook het cameratoezicht.

Frans: ‘Het zou de saamhorigheid en de kwaliteit van het bedrijventerrein in de toekomst borgen. Samen krijg je veel meer voor elkaar dan ieder alleen en dat geldt ook voor Weg en Land.’

Fotograaf: Freek J. Zijlstra

Interview: Heraut 6 september 2023

Het college van B en W werkt aan het beleid ‘Vitale Kernen’, waarin gekeken wordt wat er nodig is om ook in de toekomst fijn te verblijven, wonen, werken, ontmoeten en recreëren in winkelgebieden. Er is een oriënterend gesprek tussen vertegenwoordigers van de winkeliersverenigingen, wethouder Leon Hoek en de centrummanager van de gemeente. In september zijn ook de inwoners aan zet, dan worden er in iedere dorpskern aparte participatiebijeenkomsten georganiseerd, onder de noemer ‘DromenLab’.

De vraag en het aanbod van winkelgebieden staan in dit online tijdperk sterk onder druk en is aan voortdurende verandering onderhevig. Inwoners bezoeken de centra minder om (wekelijkse) inkopen te doen en vaker om er korte of langere tijd te verblijven. Welke voorzieningen zijn voor een aangenaam verblijf nodig, ook met het oog op hittestress in zo’n versteende omgeving? Wat verwachten inwoners én bezoekers van buiten de gemeente in onze winkelgebieden aan te treffen?

Hoe doen we het in Lansingerland?

Lansingerland doet het goed. Dit blijkt uit onderzoek van de Stec Groep, waarin Lansingerland met onze omliggende gemeenten is vergeleken. Er is nog steeds een groot aantal authentieke kleine zelfstandigen, een ruime keuze uit meerdere supermarkten voor de wekelijkse boodschappen, dé dragers van winkelcentra en voor velen de reden om er naartoe te gaan. Bovendien is er een breed aanbod van duurzame gebruiksartikelen. De praktijk wijst uit dat buurtwinkels en speciaalzaken een grotere overlevingskans hebben als ze in de directe omgeving van een supermarkt zijn gevestigd. Het gemiddelde leegstandsniveau is relatief laag. Dat wil zeggen dat een winkelpand binnen redelijke tijd een andere huurder krijgt. De gemeente noemt de huidige positie solide en wil die in de toekomst vasthouden en waar mogelijk verder uitbouwen. In deze tijd zien we een omslag van snel iets kopen naar langdurig verblijven in de winkelgebieden. Dat vereist een andere kijk op het inrichten van de winkelgebieden om deze economisch rendabel en aantrekkelijk te houden. Volgens het college groeit daarom het belang van een breed en gevarieerd aanbod van horeca en andere consumentenvoorzieningen, met uitstapjes naar cultuur en ontspanning. Omdat winkelgebieden vaak versteende omgevingen zijn, is ook aanpassing voor het veranderende klimaat belangrijk. Extreme hitte en flinke hoosbuien komen vaker voor. Daarom zijn groene en schaduwrijke verblijfsplekken noodzakelijk, evenals het opvangen en afvoeren of opslaan van overtollig regenwater. Daarnaast voelen mensen zich prettig in een groene omgeving.

Drie belangrijke uitgangspunten

In het beleidsdocument ‘Vitale Kernen’ wordt een drietal uitgangspunten benoemd. Allereerst heeft een ideaal winkelgebied een mix aan functies en voorzieningen: het is een plek waar mensen binnen en van buiten de gemeente naar toe komen om inkopen te doen, te werken, wonen, verblijven, recreëren en te ontmoeten, of er gebruik maken van maatschappelijke diensten. Daarnaast heeft een breed aanbod met een hoge kwaliteit een aantrekkende werking, mits de ruimte om te verblijven aantrekkelijk en voldoende klimaatadaptief is. Tot slot moet er goed contact tussen de lokale overheid, ondernemers, maatschappelijke instellingen en bewoners zijn.

Winkeliers aan het woord

De vertegenwoordigers van de winkeliersvereniging gingen 21 augustus jl. in gesprek en hadden een eerste gedachtewisseling over verschillende mogelijkheden in de kernen. Zwart-wit gesteld willen ondernemers geld verdienen en inwoners willen voor een behoorlijke prijs artikelen kopen en bij de horeca verblijven. Maar dan moet er een breed en gevarieerd aanbod zijn.

Frits Heel (Berkel en Rodenrijs) betoogt dat de herinrichting van Bergschenhoek heeft laten zien hoe moeilijk het is om te vergroenen en de ruimte anders in te richten vanuit een bestaande situatie. Dat kan alleen maar bij een heel nieuw centrum (Berkel Centrum West) of ingrijpende nieuwbouw (Berkel Oost). De uitdaging van centra met supermarkten met een (inpandige) parkeergarage is om bezoekers naar de andere winkels en horeca aan het plein te trekken.

Jordy Koelhuis (Bergschenhoek) geeft aan dat dit bij de herinrichting van Bergschenhoek speelde en dat dan het diverse aanbod van winkel(tje)s, een paar grote prijstrekkers tezamen met het wegwerken van leegstand best een hoofdpijndossier is. Vestigingen in het middensegment houden, in combinatie met extreem hoge huren, vaak met moeite het hoofd boven water.

Loran Sevenhuijsen (Gouden Hart) denkt dat veel inwoners niet goed kunnen inschatten hoeveel ruimte er nodig is voor een bepaalde winkelnering. Bovendien, om op zoveel mogelijk winkeltijden de deuren te openen is een bepaald aantal personeelsleden nodig en dat is bij een beperkte omzet niet altijd op te brengen. Het probleem van veel wisselingen in bepaalde winkelpanden is dat het daar dan aan een gezellige sfeer ontbreekt, er te weinig betrokkenheid is om gezamenlijk met regelmaat een festiviteit te organiseren, ook omdat lang niet alle winkeliers en winkelketens lid zijn van de plaatselijke winkeliersvereniging.

Volgens Frits Heel ontbreekt het daarom soms aan cohesie. Hij heeft de wens dat er (bus)verbindingen tussen de kernen komen, zodat ook oudere inwoners makkelijker buiten hun eigen kern kunnen winkelen.
Thomas de With (Bleiswijk) pleit niet alleen voor verbeteringen van fietsverkeer om de centra te bereiken, maar ook dat de bereikbaarheid van de winkels per (vracht)auto voor de ondernemers zelf in smalle eenrichtingsverkeer dorpsstraten in het toekomstplan meegewogen wordt.

Wethouder Leon Hoek geeft aan dat het daarom ingewikkelde afwegingen zijn als gekozen moet worden tussen veiligheid van voetgangers, bereikbaarheid per fiets en de mogelijkheid dichtbij te laden en te lossen. Er zal bij elk plan altijd een categorie inwoners of winkeliers minder blij zijn.
Marchien Bandell (centrummanager gemeente Lansingerland) vraagt tot slot aandacht voor het relatief grote aantal jonge inwoners, voor wie de centra eveneens aantrekkelijk moeten zijn om er te kopen en te verblijven.

Jong en oud kan meedenken

De input van inwoners is nodig om te verwoorden wat er voor de toekomst in de huidige winkelgebieden extra nodig is om te zorgen dat men daar graag wil verblijven.
Vanaf 2024 wordt gewerkt met een Uitvoeringsplan, waarin staat welke acties er mogelijk zijn om de Lansingerlandse winkelgebieden nog aantrekkelijker en toekomstbestendiger te maken.

Als ondernemer komt u volop uitdagingen tegen. Hoe zorgt u ervoor dat u uw tijd vooruit blijft? Lansingerlandse ondernemers vertellen hierover in deze rubriek Vooruitblik. In de spotlight deze keer: Meerenbos aan de Rotte.

Plasticvrij terras bij Meerenbos aan de Rotte

De nieuwe wet die wegwerpplastic moet gaan verdrijven uit de horeca wordt in fasen ingevoerd. Ilona Monster van Restaurant Meerenbos wachtte de nieuwe wetgeving niet af en ging het afgelopen jaar al op zoek naar alternatieven. Vorig jaar volgde Ilona samen met andere ondernemers langs de Rotte een workshop waar plastic vrij terras het onderwerp was. Ze committeerde zich direct om hier echt werk van te maken.

Meerenbos

Het terras van Meerenbos ligt direct aan het water van de Rotte. Links en rechts van het fietspad kun je heerlijk zitten en uitrusten na een wandeling of fietstocht door de Bleiswijkse zoom. Ook de mensen die op het water recreëren weten Meerenbos goed te vinden. Een prachtige plek! Ilona Monster verhuisde enige tijd geleden naar het woonhuis boven het restaurant en hoopt samen met partner Eamon Lillis dit restaurant helemaal over te nemen van haar ouders. Peter en Conny draaien nu nog volop mee. Vroeger was het restaurant overnemen niet het plan maar Ilona heeft gemerkt dat het ondernemen haar toch echt in het bloed zit. Zij voelt zich hier als een vis in het water!

In het recreatiegebied waarin Meerenbos staat, is zwerfafval een aandachtspunt. Ilona vindt het belangrijk om haar steentje bij te dragen aan het verminderen hiervan. Op haar terras werd veel wegwerpplastic gebruikt, en dat komt onbedoeld toch in water en omgeving terecht. Dat het anders kan leerde ze in de workshop, het maakt je bewust van hoeveel plastic het eigenlijk is. En het wordt allemaal na eenmalig gebruik weggegooid.

Plastic vrij

Het leek heel ingewikkeld om alternatieven te vinden want hoe doe je dat dan met rietjes, kuipjes boter, jam en koffiemelk. En thee blijkt eigenlijk niet in plasticvrije zakjes te krijgen. Nu na een jaar zoeken en uitproberen is er voor alles een toch een goed alternatief gevonden. Grotere verpakkingen voor honing en koffiemelk, bakjes voor jam en de boter in een plasticvrij wikkeltje. De thee is nu los in een filter maar de leveranciers komen gelukkig meer en meer met duurzame alternatieven. Zo moeilijk was het dus achteraf niet. Nu heeft het alleen maar voordelen, het scheelt echt veel zwerfvuil in het water van de Rotte en in de natuur rondom Meerenbos. Hierdoor is er veel minder afval en de kosten zijn niet hoger.

Elk jaar beter

Komend jaar hoopt Meerenbos het veertig jaar bestaan te vieren met al het personeel en de vele relaties die door de jaren heen dit restaurant trouw bezoeken. Het weekmenu en ook de seizoen specials zoals mosselen en asperges trekken nog steeds veel vaste bezoekers en dat is na de afgelopen jaren gelukkig gebleven.

Ilona heeft als motto: ‘Elk jaar verbeteren’. Of het nu de huisstijl, een leverancier, de e-choppers die nieuw zijn, een verbouwing of een plasticvrij terras is, zij gaat er met het hele team elke keer weer voor. Dat het niet makkelijk is moge duidelijk zijn; Corona, de vele regels, vergunningentrajecten bij overname, je krijgt het niet cadeau als ondernemer. Ilona laat zich echter niet tegenhouden en hoopt dat door steeds te innoveren de klanten het restaurant blijven waarderen.

Misset Horeca – Terras top 100

Daarom schrijft Meerenbos zich elk jaar in voor de Misset Horeca Terras top 100. Een goede test! Afgelopen 17 mei werd bekend dat ze door zijn naar ronde twee en daar is Ilona heel trots op. Het zegt wel iets over de kwaliteit bij Meerenbos. Laten we duimen voor een goede plek op 26 juni wanneer de top 100 bekend wordt gemaakt.

Wensenlijstje

De enige wensen die Ilona voor de toekomst nog kan bedenken zijn goed personeel erbij en de verpakkingen van ijs zouden wel mogen veranderen. Daar is nog geen goed alternatief voor. Ze waaien nu nog makkelijk weg en zijn niet plasticvrij.

Verder heeft ze nu niks op haar lijst en dat is maar goed ook. Want eerst is er een druk en hopelijk mooi seizoen in het vooruitzicht met als toetje het jubileum.

Fotograaf: Henk van der Giesen

Synergy Food door samenwerking naar Oudeland

Synergy Food Ingredients & Processing B.V. is nu gevestigd aan de Woensdrechtstraat in Rotterdam. Op deze locatie kan het bedrijf niet meer uitbreiden en groeien. Al in 2018 nam het bedrijf een optie op een kavel op Bedrijvenpark Oudeland in Berkel en Rodenrijs. Door een mooie en unieke samenwerking met aannemer Willy Naessens is na jaren wachten en onzekerheid nu dan eindelijk de bouw gestart!

Synergy Food

Synergy Food levert maatwerk in de levensmiddelensector, zij produceren bakkerijgrondstoffen en zijn actief in de notenhandel. Hiermee bedienen zij vele klanten in Nederland maar ook in heel Noord- en West-Europa. Het doel is om topkwaliteit op maat te leveren en dan nu nog vooral met amandelen en abrikozenpitten en alle bewerkingen hiervan.

Door de hechte samenwerking in het bedrijf en met jarenlang gekoesterde relaties ontstaat er een meerwaarde die ervoor zorgt dat een en een drie wordt. De naam Synergy dekt dan ook de lading van dit bedrijf wat klantgerichtheid, nieuwsgierigheid, innovatie, en sociaal ondernemen hoog in het vaandel heeft staan.

Van toen naar nu

In 2001 ging Synergy Food zelfstandig verder als afsplitsing van het handelsbedrijf Nidegro. Onder leiding van Pieter Mulder ging het verder onder de nieuwe naam. Waar men begon met 300 ton wordt nu 10.000 ton verwerkt door ongeveer veertig medewerkers. Er is nog enorme groeipotentie, maar daarvoor is wel ruimte nodig. Noten passen heel goed in het dieet van deze tijd, als grondstof in bakkerijen maar ook als bijvoorbeeld vleesvervanger. Synergy Food verwacht dan ook een forse groei in een tijd waarin duurzaam voedsel leidend is.

Waarom Oudeland?

Het personeel speelt een belangrijke rol in het bedrijf en omdat ze allemaal uit de buurt komen is de locatie belangrijk. Een van de oudste medewerkers woont bijvoorbeeld in Berkel en Rodenrijs. Het kavel op Oudeland is dus bijzonder geschikt omdat het bereikbaar blijft voor alle mensen die betrokken zijn bij Synergy Food. Een goede verbinding met Metrostation Rodenrijs zou de bereikbaarheid nog verder verbeteren. Eenmaal gevestigd op Oudeland hoopt Synergy Food in samenwerking met andere ondernemers op Oudeland dit te kunnen oppakken.

Hoge kosten

Het leek even onmogelijk om het pand te realiseren omdat de kosten voor bouw, energie en duurzaamheids-maatregelen enorm gestegen zijn. Net als in elk bedrijf moest er steeds opnieuw gerekend, gewikt en gewogen worden.

Uiteindelijk is een investeerder gevonden die het mogelijk maakt om toch nieuw te bouwen. Synergy Food gaat nu huren in plaats van kopen waardoor er ruimte ontstaat om te investeren in nieuwe machines, zonnepanelen en het terugwinnen van energie. Door de directe lijnen en prettige samenwerking met de aannemer wordt dit een prachtige locatie waar aan alle eisen van de onderneming en deze tijd kan worden voldaan.

Personeel

Goed personeel staat aan de basis van elk succesvol bedrijf. Het valt niet mee om een goed team te vormen en te behouden. Deze mensen moeten gekoesterd worden en dat hebben ze goed begrepen bij Synergy. De betrokkenheid bij het personeel en van het personeel is een opvallend kenmerk van deze onderneming. Zeven nationaliteiten en medewerkers die al tientallen jaren in dienst zijn werken als een grote familie samen. Ook springt het bedrijf bij als er zorgen zijn op privégebied. Het goed voor elkaar zorgen hoort bij deze onderneming. Met alle medewerkers en relaties vierde Synergy Food dan ook het slaan van de eerste paal in Berkel en Rodenrijs.

Groei in de toekomst

Nu er uitgebreid kan worden kan op de nieuwe locatie de productie fors omhoog. Hierbij wordt gekeken naar andere soorten noten, zoals bijvoorbeeld walnoten en bewerkingen. Bij deze groei wordt uiteraard rekening gehouden met de behoefte van de hechte klantenkring. Zij kunnen uitzien naar een nog mooier en beter aanbod.

Er wordt enorm uitgekeken naar de nieuwe locatie. En met zoveel medewerkers met hart voor de zaak komt het vast goed met Synergy Food op het bedrijvenpark in het Rodenrijs. Zij kijken ernaar uit om met elkaar nieuwe stappen te zetten en Lansingerland is weer een mooi bedrijf rijker op een van de laatste kavels op dit bedrijventerrein.

Organiseer uw Bedrijventerrein!

In Lansingerland zijn veertien bedrijventerreinen. Slechts drie daarvan zijn georganiseerd in de vorm van een BIZ of een parkmanagement. “Dat is jammer want georganiseerd zijn biedt de ondernemers veel voordelen”, aldus Inez Houwen en Edwin Markus.

Eerste BIZ

Inez Houwen is vanaf het eerste uur bestuurslid van de BBR (Bedrijfsinvestering zone Bedrijvenpark Rodenrijs). Vanuit het daar gevestigde bedrijf J. Luyt Beheer bv heeft zij samen met andere ondernemers op het bedrijventerrein de BBR opgezet. Zij weet als geen ander welke voordelen een goed georganiseerd bedrijventerrein biedt. Dit bedrijventerrein is als eerste georganiseerd in een BIZ. En er is al veel bereikt.

Vergroten aantrekkelijkheid bedrijventerrein

“Als ondernemer heeft het alleen maar voordelen om samen met andere ondernemers je eigen bedrijventerrein te beheren. Het niveau van het onderhoud kan opgehoogd worden, schoon, heel en veilig is beter te organiseren, en je kunt gezamenlijk optrekken om aan de huidige eisen op het gebied van duurzaamheid te voldoen” aldus Inez.

Doelen bereikt

Het bedrijventerrein ziet er nu mooi en schoon uit. De wegen zijn flink opgeknapt. De buitenruimte is aantrekkelijk met veel groen en hele grote bloempotten langs de hoofdweg. Achter de schermen is veel gebeurd om de veiligheid te verbeteren. De uitstraling van Bedrijventerrein Rodenrijs wordt bewaakt door de parkschout die regelmatig een rondje maakt om ondernemers te spreken. Als er iets is kan dat snel opgepakt worden.

Nieuwe uitdagingen

De BIZ is hier elf jaar geleden door een aantal ondernemers opgericht en inmiddels al twee keer verlengd. En dat is maar goed ook want de nieuwste uitdagingen, energietransitie, duurzaamheid en mobiliteit, staan voor de deur. Samen kijken naar energiebesparende, isolerende en maatregelen op het gebied van mobiliteit, daar advies en subsidie voor krijgen, is nu een speerpunt.

Samen besluiten en gezelligheid

Er wordt op het Bedrijventerrein in het Rodenrijs elk jaar een algemene ledenvergadering georganiseerd. Tijdens de algemene ledenvergadering wordt gesproken over wat er allemaal speelt op het gezamenlijke terrein, hier worden ook de besluiten genomen. De nadruk ligt daarna op elkaar ontmoeten onder het genot van een glaasje en een barbecue, wat de saamhorigheid bevordert. De BBR is toekomstbestendig.

Hulp bij organisatie

Edwin Markus is kwartiermaker en inventariseert op dit moment de organisatiegraad op bedrijventerreinen in Lansingerland. Hij adviseert de gemeente en de ondernemers op bedrijventerreinen. Welke mogelijkheden zijn er om u te organiseren en welke (financiële) hulp vanuit de gemeente, provincie of landelijk beleid is hierbij mogelijk?

Organiseren biedt kansen

Edwin: “Er zijn verschillende organisatievormen. Bedrijvenpark Rodenrijs is bijvoorbeeld een BIZ. De meeste nieuwe bedrijventerreinen zoals Oudeland hebben een parkmanagement. Hoe de locatie er uitziet is belangrijk voor de vestiging van bedrijven. Personeel en leveranciers voelen zich ook prettiger als ze op een mooi en veilig bedrijventerrein kunnen werken. Een goede samenwerking op een bedrijventerrein zorgt voor een betere omgeving voor ondernemers in alle opzichten. Het is cruciaal om je te organiseren als je invloed wilt uitoefenen op je eigen bedrijventerrein. Met een stem naar buiten in overleg met aanbieders en overheid of bij het aanvragen van subsidies is belangrijk.”

Gezamenlijk belang

Enthousiast vertelt Edwin over de voordelen die er te behalen zijn als ondernemers samen optrekken om hun terrein aantrekkelijker te maken. Of het nu gaat om schoon, heel en veilig in de buitenruimte, glasvezel aanleggen of het verduurzamen van de panden op een bedrijventerrein, samen is beter en goedkoper. Een schoon en veilig bedrijventerrein is zeer belangrijk voor het aantrekken van ondernemers, maar zeker ook voor de mensen die er werken. Een gezellige omgeving, die goed bereikbaar is met de juiste voorzieningen zorgt ervoor dat het verloop van ondernemingen afneemt en de criminaliteit op bedrijventerreinen tegen wordt gegaan.

Ervaring

Als makelaar op een bedrijventerrein raakte Edwin betrokken bij het organiseren van een BIZ op een bedrijventerrein in Barendrecht. Zijn kennis over dit onderwerp is steeds verder uitgebouwd. Hij was betrokken bij veel verschillende ondernemersinitiatieven en weet intussen goed hoe u een en ander goed opzet. Ook weet hij de weg in de Metropoolregio en op het gebied van verduurzaming en energietransitie. U hoeft het wiel niet zelf uit te vinden vraag om advies bij de gemeente.

Subsidie

Het is mogelijk om met een aantal ondernemers subsidie aan te vragen bij de provincie voor het opzetten van een BIZ of parkmanagement. Hier kan bijvoorbeeld ook een kwartiermaker of parkmanager mee worden gefinancierd. Die hebben vaker met het bijltje gehakt en weten vaak goed de weg.
De provincie geeft daarnaast ook subsidies voor verduurzaming en energietransitie. Voor een enkele ondernemer is dit vaak een heel traject, maar als het samen wordt opgepakt is het goed te doen.

Meer informatie

Lees meer informatie op de website van de provincie Zuid-Holland over planvormingssubsidie bedrijventerreinen. Of maak een afspraak met Edwin Markus of team Economie van de gemeente Lansingerland door een mail te sturen naar ondernemers@lansingerland.nl.

Simon Maree

Simon Maree deurenspecialist bestaat 100 jaar! Vanaf 1923 veranderde het bedrijf van timmerbedrijf naar aannemingsbedrijf/ijzerwarenwinkel en Simon Maree deurenspecialist. Sam Maree, de jongste eigenaar, voelt de kracht van de familie en het ervaren team. Trots op zijn familie vertelt hij over het verleden, waar iedereen op zijn manier invulling gaf aan hoe het bedrijf verder moest. Zelf heeft hij ingezet op digitalisering en online, maar dat hij zelf heeft leren timmeren is belangrijk. Met zijn voeten op de grond, de waarden in zijn familiebedrijf en zijn eigen visie voor de toekomst is hij al ver gekomen. Naast timmeren ook digitaliseren heeft veel veranderd.

Investeer in digitalisering

Een website voor een timmerbedrijf is niet direct waar Simon Maree noch de vorige eigenaren echt over nadachten. Toen digitalisering opkwam was het een hele grote investering en er was werk genoeg. Een timmerbedrijf en digitalisering ligt niet voor de hand. Met de komst van Sam veranderde dat. Hij heeft de stap gezet om online zichtbaar te zijn. De wereld ging open! Natuurlijk was die meer dan tienduizend euro als investering van toen wel even slikken: een degelijke website marketing en een goede huisstijl. Maar nu lacht hij erom want hij verdubbelde zijn omzetten de afgelopen jaren. Met steun van een goed bureau is de basis gelegd en intussen is het ondenkbaar om online niet zichtbaar te zijn. Naast de onmisbare andere vakmensen is er dan ook een fulltimer aangenomen die dit verder uitbouwt. Het blijkt de investering meer dan waard geweest te zijn.

Website alleen niet genoeg

Waar voorheen de plaatselijke markt werd bereikt, komen er nu klanten uit het hele land, tot aan Friesland toe! Een grote verandering. Als je aan online begint, kan je niet meer terug, is Sam van mening. Je moet als ondernemer dan ook willen en groeien. De marketingstrategie moet in het hele bedrijf doorgevoerd worden: de showrooms, het wagenpark, de kleding, de manier van werken, je team, alles moet passen bij wat je online uitstraalt en andersom. Dat vergt afstemming en visie. Met showrooms in Almere, Cruquius en Berkel en Rodenrijs, een eigen deurenmerk (Plafondhoge deuren), websites, social mediacampagnes en een sterke huisstijl on- en offline is Simon Maree klaar voor de toekomst.

De familie en het team

Dat Sam deze stap heeft kunnen zetten met het bedrijf is natuurlijk ook te danken aan de input van zijn voorgangers. Kwaliteit hoog in het vaandel, familie belangrijk en elkaar de ruimte geven om een andere weg in te slaan en dan nu de digitalisering; het komt allemaal bij elkaar in het jubileumjaar.

Van de aankoop van het stukje grond aan de Noordeindseweg van een over-overgrootvader tot aan het doorgeven van het bedrijf door Simon aan Sam; het klopt allemaal. In dit jubileumjaar gaan zij dit vieren met het zorgvuldig opgebouwde team van 22 mensen die met hart en ziel hier werken. En daarna blijven ze volop verder timmeren op en aan de ingeslagen weg!

De eigentijdse ‘eetwinkel’ van Thomas de With in Bleiswijk is een begrip in heel Lansingerland. Wie denkt dat u hier alleen voor vlees terecht kan, zal verbaasd zijn over het uitgebreide assortiment. Deze eetwinkel heeft veel meer te bieden en daar zit nu net de toekomst, de uitdaging én de lol in voor Thomas, zijn familie en medewerkers.

De With laat iedereen meegenieten van eigentijdse ‘eet’winkel

Thomas de With

Aan de Dorpsstraat in Bleiswijk is de winkel van De With. Het moderne pand heeft een ruime lange toonbank waarachter een mooi assortiment vlees, vleeswaren en maaltijden. Naast dit klassieke assortiment vind je in deze slagerij ook vis, sushi, verse groenten, sap en noten. Het is dus een echte ‘eet’winkel geworden. En dat wil Thomas de With ook graag zijn.

Meer dan een slager

In de winkel van De With is het dus allang niet meer alleen vlees waar het om draait. Alles wat naast vlees nodig is op je bord voor een gezonde maaltijd kun je hier krijgen. Catering, barbecue en de dagelijkse kost; ook hiervoor staat het team voor je klaar met advies. De gezellige winkel is een dagelijkse ontmoetingsplek voor de klanten die in groten getale De With weten te vinden. Het is dus met recht meer dan een slagerij daar aan de Dorpsstraat in Bleiswijk.

Altijd blijven verbeteren

De grootvader van Thomas begon op hetzelfde adres ooit de slagerij in 1952. Daarna nam de vader van Thomas, Cees de With, de slagerij over. Hij is nog steeds af en toe te vinden achter het hakblok en is trots op wat zijn kinderen hebben bereikt. ‘Ga naar buiten en kijk wat er gebeurt, volg de trends en gebruik het in je bedrijf’, Cees drong er bij zijn kinderen op aan om te blijven vernieuwen. Thomas is als derde uit deze generatie een nieuwe weg ingeslagen door de winkel compleet aan te passen aan de nieuwe trend: ‘gevarieerd en gezond eten met en zonder vlees’. Hij doet er met zijn team alles aan om dit zo breed mogelijk aan te bieden.

Familie

Thomas richtte tijdens zijn studie een bedrijf in maaltijden op en was mede daardoor al ingericht op grote aantallen kant en klaar eetgemak. Hij leverde en levert ook aan instellingen, horeca en andere slagerijen. Zus Anne Sophie runde een groentewinkel naast de slagerij waar ook maaltijden en sappen werden verkocht. Dit ging toen al mooi samen met het aanbod van de slagerij. Toen Thomas de slagerij overnam van vader Cees werd een droom werkelijkheid. Alle disciplines in dit bijzondere familiebedrijf kwamen onder één modern nieuw dak.

Thomas is dankbaar voor zijn medewerkers; zij kunnen ook zelfstandig veel zaken regelen en kennen de klanten goed. Ook het team vormt samen een familie en bouwt voort op een goed fundament. In deze winkel wordt nog gepraat met de klanten. Door goed te luisteren is het uitgebreide assortiment tot stand gekomen. De winkel is en blijft zo een verrassend vertrouwd adres, waar men je kent en nog ouderwets voor je klaarstaat in een hypermoderne jas.

De toekomst

De servicegraad en het gemak voor de klant moet steeds verder omhoog. Nieuw is dat maaltijdboxen worden aangeboden op de website en Thomas biedt eetmomenten in de winkel, bijvoorbeeld met proeverijen. Naar de feestdagen toe geen slecht idee om eens te gaan kijken wat deze eetwinkel allemaal te bieden heeft! De klant elke dag opnieuw verrassen; dáár zit de in de toekomst de uitdaging én de lol voor Thomas, zijn familie en de medewerkers.