Bijdrage kinderopvangkosten bij Sociaal-Medische Indicatie (SMI)
Met een Sociaal Medische Indicatie (SMI) ondersteunt de gemeente inwoners door een tegemoetkoming aan de kosten voor kinderopvang. De regeling zorgt ervoor dat jonge kinderen zich goed blijven ontwikkelen, ondanks de moeilijkheden die er zijn. Een SMI is een tijdelijke oplossing. Na afloop van de SMI is het de bedoeling dat het gezin de opvoeding en verzorging voor hun kind weer zelf kan regelen.
Voorwaarden voor een SMI
- U heeft een lichamelijke, zintuigelijke, verstandelijke beperking of een sociaal en/of psychisch probleem.
- Uw beperking maakt dat kinderopvang noodzakelijk is voor een goede en gezonde ontwikkeling van uw kind(eren). Dit is door het CJG vastgesteld.
- U wilt werken aan uw problemen (indien dit mogelijk is) en u accepteert hiervoor hulpverlening.
- U kunt niet zelf voor opvang van uw kind(eren) zorgen.
- U heeft geen recht op kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst.
- U kunt geen gebruik maken van een andere voorziening voor opvang van uw kind(eren).
- U woont in de Gemeente Lansingerland en uw kind(eren) staat bij u ingeschreven. Indien u gescheiden bent gelden andere voorwaarden; uw kind(eren) woont minimaal één doordeweekse dag bij u en uw kind(eren) gaat naar de opvang op de dag(en) dat het bij u woont.
- Uw kind(eren) is in de leeftijd tot en met einde basisschool.
- De kinderopvang of de gastouder is geregistreerd in het Landelijke Register Kinderopvang (LRK).
Centrum voor Jeugd en Gezin Rijnmond (CJG) doet onderzoek
Eerst onderzoekt het CJG of u in aanmerking komt voor een SMI en of kinderopvang via SMI noodzakelijk is voor uw kind(eren). Maak een afspraak met het CJG en geef aan dat het om een Sociaal Medische Indicatie (SMI) gaat.
Het CJG stelt een advies op over de inzet van een SMI en geeft advies over hoeveel dagdelen en voor hoe lang de kinderopvang nodig is.
SMI aanvragen
Komt u volgens het CJG in aanmerking? Dan vult u het formulier gemeentelijke bijdrage kinderopvangkosten SMI met DigiD in.
Stuur bij uw aanvraag het volgende mee:
- advies van het CJG;
- stukken over uw inkomen;
- overeenkomst met de kinderopvangorganisatie (als u nog geen overeenkomst heeft, stuurt u een offerte mee).
Als u gescheiden bent stuurt u ook stukken mee waaruit blijkt welke dag(en) uw kind(eren) bij u woont, bijvoorbeeld een ouderschapsplan.
Uw aanvraag volgen
Op Mijn Lansingerland kunt u uw aanvraag volgen.
Tegemoetkoming voor dagopvang of buitenschoolse opvang
U kunt een tegemoetkoming krijgen voor dagopvang of buitenschoolse opvang (BSO) bij een kindercentrum of gastouderbureau dat geregistreerd is in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK). De tegemoetkoming is voor maximaal 6 dagdelen per week dagopvang of 3 dagdelen per week buitenschoolse opvang. U kunt de tegemoetkoming voor maximaal 12 maanden krijgen. Als kinderopvang via een SMI langer nodig is vraagt u dit opnieuw aan.
Uitbetaling en hoogte van de tegemoetkoming via SMI
De tegemoetkoming wordt maandelijks uitbetaald aan de kinderopvanginstelling of aan het gastouderbureau. De hoogte van de tegemoetkoming hangt af van het inkomen. Een deel van de kinderopvangkosten betaalt u zelf. Heeft u een netto inkomen dat lager is dan 115% van de geldende bijstandsnorm? Dan betaalt u geen eigen bijdrage.
De gemeente neemt binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag een besluit of u een tegemoetkoming (SMI) krijgt. U ontvangt het besluit per brief. In het besluit van staat voor welke periode wij een tegemoetkoming verstrekken en wat uw verplichtingen zijn. Deze periode is maximaal 1 jaar. Wanneer het nog niet lukt om een besluit te nemen, dan laten we dit vóór afloop van de 8 weken weten. Een reden hiervoor kan zijn dat we nog niet alle gegevens hebben ontvangen om de aanvraag te kunnen beoordelen.
Wanneer u niet (volledig) voldoet aan de voorwaarden voor SMI wijst de gemeente uw aanvraag (gedeeltelijk) af. Bijvoorbeeld als er andere mogelijkheden zijn voor een tegemoetkoming voor kinderopvang. Of wanneer u of iemand uit uw netwerk uw kind(eren) (gedeeltelijk) op kan vangen.
U bent verplicht om de gemeente te informeren over veranderingen, die van invloed kunnen zijn op de tegemoetkoming of de hoogte daarvan. Bijvoorbeeld wanneer het aantal dagdelen kinderopvang tussentijds verandert. Of een verhuizing naar een andere gemeente. Wanneer achteraf blijkt dat er onjuiste of onvolledige informatie is verstrekt, dan kan de gemeente de tegemoetkoming helemaal of gedeeltelijk intrekken. En wanneer u redelijkerwijs had kunnen begrijpen dat de bijdrage ten onrechte is uitbetaald, dan kan de gemeente de tegemoetkoming zelfs terugvorderen.
Als u het niet eens bent met de beslissing van de gemeente, kunt u bezwaar maken.