Participatie bij de omgevingsvergunning
De nieuwe Omgevingswet regelt dat degene die initiatief neemt voor een plan, verantwoordelijk is om de omgeving daarbij te betrekken. Dit noemen we participatie. De betrokkenheid van belanghebbenden levert betere plannen op waar meer mensen zich in kunnen vinden én waar sneller besluiten over genomen worden.
Is participatie verplicht?
De omgevingswet trad op 1 januari 2024 in werking. Vanaf dat moment zijn initiatiefnemers verplicht om aan te geven of en hoe inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden bij de uitwerking van hun plan zijn betrokken. En wat de resultaten daarvan zijn.
Hoe voldoe ik aan deze participatie?
Bij een vergunningaanvraag moet u aangeven wat u aan participatie heeft gedaan. De gemeente toetst of er voldoende aan is gedaan. U levert een verslag aan waarbij u antwoord geeft op de vragen:
De volgende vragen helpen bij het beantwoorden:
- Welke partijen ervaren gevolgen van het initiatief?
- Hoe groot zijn die gevolgen?
- Is er een poging gedaan om de mensen te betrekken die gevolgen van het initiatief gaan ervaren? En is er daarbij rekening gehouden met de mogelijkheden van betrokkenen om mee te doen?
- Is er een poging gedaan om alle verschillende belangen/meningen te horen?
Niet iedereen heeft behoefte of middelen om mee te doen aan participatietrajecten. Het gaat om de poging om de relevante partijen te betrekken.
De volgende vragen helpen bij het beantwoorden:
- Zijn de resultaten van het participatieproces genoteerd?
- Wat hebben de participanten ingebracht?
- Waarover waren de participanten het wel eens?
- Waarover waren de participanten het wel en niet eens?
- Welke nieuwe kennis of inzichten heeft de participatie opgeleverd voor de initiatiefnemer? Dit kan inhoudelijk zijn, maar ook betrekking hebben op de manier waarop de initiatiefnemer zijn plan wil bereiken.
- Heeft de initiatiefnemer inzichtelijk waar de weerstand zit en waar deze door wordt veroorzaakt? Zijn alternatieven aangevoerd?
Niet alle deelnemers hoeven het met elkaar eens te zijn of te worden.
De volgende vragen helpen bij het beantwoorden:
- Wat is er gebeurd met de resultaten van de participatie?
- Heeft dit geleid tot aanpassingen van het initiatief?
- Is er een afweging gemaakt tussen verschillende meningen en belangen?
- Wat gaf daarbij de doorslag?
- Waartoe heeft dit geleid?
- Op welke manier zijn de nieuwe inzichten en mogelijke alternatieven in het plan verwerkt en/of is duidelijk waar dit nog moet gebeuren?