Webinar Omgevingsvisie

Op maandag 25 oktober 2021 gaven we in een webinar een algemene toelichting op de Omgevingsvisie van Lansingerland. U kunt dit webinar terugkijken. Tijdens het webinar konden de kijkers via een gesloten chat vragen aan de gemeente stellen. Deze vragen hebben wij, voorzien van een antwoord, op deze pagina gepubliceerd.

Webinar

U kunt hieronder de webinar van 25 oktober terugkijken.

Veelgestelde vragen

Tijdens het webinar konden kijkers vragen insturen. We hebben de vragen, inclusief onze reactie, voor u op een rijtje gezet.

Op het moment zitten we eigenlijk in een overgangsfase. Onder de nieuwe Omgevingswet vindt een overgang plaats van werken met bestemmingsplannen naar werken met één Omgevingsplan voor de gehele gemeente. Vanaf de inwerkingtreding van de Omgevingswet (naar verwachting 1 juli 2022) worden alle bestaande bestemmingsplannen automatisch onderdeel van het Omgevingsplan. Tot 2029 heeft de gemeente dan de tijd om één integraal Omgevingsplan op te bouwen, met de Omgevingsvisie als voornaamste uitgangspunt. Het Omgevingsplan bevat alle geldige regels voor de fysieke leefomgeving binnen de gemeente. Het is in theorie mogelijk om in sommige situaties van het Omgevingsplan af te wijken, net als dat het nu soms mogelijk is om af te wijken van een bestemmingsplan. De Omgevingsvisie zal hiervoor een basis moeten bieden. Als een ontwikkeling gewenst is op basis van de Omgevingsvisie, kan dit aanleiding geven tot het toestaan van een afwijking van het Omgevingsplan.

Dit is niet vooraf geregeld of beperkt. De gemeenteraad stelt de Omgevingsvisie vast, en kan deze op latere momenten aanpassen. Natuurlijk gaat dit dan wederom gepaard met een bezwaar- en inzageprocedure. Het vernieuwen van de Omgevingsvisie past binnen de grondgedachte achter het nieuwe systeem onder de Omgevingswet. In de nieuwe beleidscyclus, dat het proces structureert, zijn de uitgangspunten en ambities in de Omgevingsvisie de basis voor het Omgevingsplan (het pakket aan regels voor de fysieke leefomgeving van de gemeente). Vervolgens worden deze regels uitgevoerd en gemonitord, waarna wordt geëvalueerd of het wenselijk is de Omgevingsvisie op basis hiervan weer te vernieuwen op sommige onderdelen. Op het moment is de ambitie geformuleerd om de Omgevingsvisie elk jaar te herzien. Dit betekent dat de 2.0 versie er alweer vrij snel aankomt. De jaarlijkse herziening van de visie geeft de gemeente ook de gelegenheid om continu in gesprek te blijven met haar bewoners en ondernemers.

Er is sprake van drukte in de ondergrond, waar onder andere kabels, leidingen en andere voorzieningen liggen. De verwachting is dat dit de komende jaren nog drukker zal worden, mede door de energietransitie. Het is goed om hier op termijn een heldere visie op te hebben. Het doel is dan ook om dit onderwerp op te nemen in een toekomstige versie van de Omgevingsvisie. Dit heeft de voorkeur boven het creëren van een aparte visie op de ondergrond, omdat we via de Omgevingsvisie een integrale visie op de leefomgeving waarborgen. De Omgevingsvisie is een groeiende en levende visie op de fysieke leefomgeving. Omdat de ondergrond hier een belangrijk onderdeel van is, hoort het thema thuis in de Omgevingsvisie.

De gemeente is inderdaad verplicht om tegelijk met de Omgevingsvisie een Milieu Effect Rapportage (MER) op te stellen. De gemeente heeft een Leefmilieu Effect Rapportage (LMER) op laten stellen. Deze is iets breder dan de MER, en kijkt ook naar aanvullende omgevingseffecten (bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid). De LMER heeft in essentie dezelfde juridische status als een MER.

In brede zin kijkt de Omgevingsvisie naar ontwikkelingen in het ruimtelijk beleid. De richtingen die we in de toekomst opgaan, en antwoorden op de ruimtelijke vragen waar we als gemeente mee te maken hebben, komen hier dus in terug. Een belangrijk punt in de visie is dat we enerzijds veranderingen signaleren waar we als gemeente op in willen spelen, en anderzijds de sterke kwaliteiten van de gemeente willen bewaken. Hoe we hiermee omgaan, is een kenmerkend vraagstuk waar de Omgevingsvisie aandacht voor heeft en een richtlijn voor biedt. Daarmee biedt de Omgevingsvisie handvaten voor hoe we als gemeente omgaan met de ruimtelijke scheiding tussen deze twee (en andere) gebieden.

Lansingerland staat bekend om haar glastuinbouw. Het glastuinbouwgebied van Lansingerland is wereldwijd het meest innovatief, en landelijk één van de grootste gebieden. Glastuinbouw is van groot economisch belang voor de gemeente, de omgeving en het hele land. Bovendien is de glastuinbouw in Lansingerland van zo’n bijzonder hoog niveau dat het specifieke aandacht verdient in de Omgevingsvisie. Het innovatieve cluster rondom glastuinbouw in Lansingerland noemen we ‘Horti Science’. Dit beslaat alle innovatie rondom de teelt, bescherming en veredeling van planten – en nog veel meer. De Horti Science in Lansingerland is bijzonder, en heeft voor de (lokale en nationale) economie en samenleving een dusdanige impact, dat we kunnen stellen dat het een karakteristiek onderdeel is van de gemeente. De Omgevingsvisie onderschrijft daarom dat Lansingerland haar innovatieve cluster wil koesteren, stimuleren en ondersteunen. Omdat Lansingerland zich wil profileren op Horti Science, is het een belangrijk onderdeel van de Omgevingsvisie geworden. 

Lansingerland heeft als doel gesteld om ‘home of Horti Science’ te zijn. Dit betekent dat de gemeente ruimte geeft aan Horti Science, en ook ruimtelijk beleid inricht op het stimuleren van de sector. Dit komt terug in de Omgevingsvisie, die primair gaat over de fysieke leefomgeving. Hierin heeft de gemeente speciale aandacht voor het geven van ruimte aan innovatieve bedrijven. Daarnaast kijkt de Omgevingsvisie naar de ruimtelijke uitdagingen die spelen in de sector, zoals verduurzaming. De Omgevingsvisie stipt uitdagingen en ambities op het gebied van Horti Science aan, met als doel om ze een goede plek te geven binnen de gemeente. Op het moment wordt er aan een Horti Science visie gewerkt. De ruimtelijke aspecten van deze visie zullen later onderdeel worden van de Omgevingsvisie.

De planvorming over hoe we de ambities ten aanzien van duurzame opwek willen realiseren, wordt op verschillende manieren uitgewerkt. Zo werken we mee aan de Regionale Energie Strategie (RES), waarbinnen we afstemming met regiogemeenten zoeken over de beste locaties voor bv. zonne-energie en windenergie. Ook werken we aan lokale beleidsplannen, om concreet aan tegen hoe wij aan onze doelstellingen willen voldoen. De gevolgen van keuzes voor duurzame opwek voor het stroomnet krijgen daarbij nadrukkelijk aandacht; netbeheerder Stedin is een van de partijen waarmee wij spreken.

Gelijkstroom krijgt steeds meer aandacht in het kader van de energietransitie. Op dit moment vinden wij het nog te vroeg om hierover strikte kaders vast te leggen in bijvoorbeeld een omgevingsvisie of een bestemmingsplan. De gevolgen van het aanleggen van een gelijkstroomnet in plaats van een wisselstroomnet zijn daarvoor vaak nog te onduidelijk en waarschijnlijk ook te groot; in technisch en financieel opzicht, zowel op eindgebruikersniveau als op maatschappelijk niveau. In de bredere energietransitie blijven wij echter oog houden voor deze ontwikkeling.

Een verbetering van de betreffende busverbinding is zeker een wens van de gemeente Lansingerland voor de toekomst. We kunnen helaas nog niet zeggen wanneer en/of in welke vorm dit gerealiseerd kan gaan worden. De mobiliteitsvisie en het bijbehorende uitvoeringsplan zijn namelijk nog niet vastgesteld. Daarbij zijn openbaarvervoersverbindingen regionale afspraken.